De Hervormde Gemeente van Poortvliet kreeg in 1806 een fraai orgel ten geschenke van Abraham Dumont, koopman te Amsterdam en zijn echtgenote Cornelia Jacoba Gaaswijk, dochter van de Poortvlietse ambachtsheer Christoffel Gaaswijk. Dumont is overigens in 1819 in de kerk begraven. Al eerder moet het echtpaar zijn plan kenbaar gemaakt hebben, want in 1804 besloten de kerkmeesters op voorstel van de predikant het gewelf van de kerk te laten beschieten, wat ongetwijfeld met de komst van het orgel verband hield. Blijkens het opschrift op het hoofdgestel van het oxaal werd het orgel 7 maart 1805 aanbesteed bij Abraham Meere te Utrecht.
In die tijd waren er in de Zeeuwse dorpskerken nog vrij weinig orgels en wel omdat men op de meeste plaatsen de financiële middelen hiervoor niet beschikbaar had. We kunnen dan ook veilig aannemen dat men in Poortvliet met dit geschenk erg ingenomen geweest is. Volgens overlevering werd het orgel geschonken op de conditie dat de familie Dumont het recht had het orgel weer terug te eisen wanneer het zes weken achtereen niet zou zijn gebruikt.
Op 26 juni 1806 werd het orgel in aanwezigheid van Abraham Dumont en zijn vrouw in gebruik genomen. De plechtigheid had een wat ander karakter dan gewoonlijk bij de ingebruikneming van een orgel doordat de preek van ds. C.J. ter Braak over psalm 150: 1a en 4b "Looft God in zijn Heiligdom met het orgel" telkens met toepasselijke muziek door de organist L.G. Milet de St. Aubin werd afgewisseld. Omdat dit één van de weinige door Abraham Meere nieuw gebouwde orgels is, wat bovendien vrijwel ongeschonden bewaard is gebleven, kunnen we zonder overdrijving stellen dat de historische waarde erg groot is en dat het orgel klinkt zoals het destijds is afgeleverd. Slechts een aantal pijpen van de holpijp werden vernieuwd en de toon verhoogd door het insnijden van de stemrollen. Bij de restauratie door de fa. Blank uit Utrecht in 1967 zijn 12 nieuwe pijpen aangebracht en zijn de insnijdingen ongedaan gemaakt, waardoor weer de oude niet geheel gelijkzwevende stemming werd verkregen. Een orgel met een graad van oorspronkelijkheid zoals maar weinig voorkomt.
Ook aan de orgelkas en het oxaal heeft het echtpaar Dumont geen kosten gespaard. Het geheel is versierd met voor de empirestijl typerende motieven; in het kader van het verdere interieur bijna te weelderig. Het orgel rust op een soffiet gebeeldhoud als een acanthusblad en heeft rijk snijwerk in de balustrade, velden en toren.
Aan de orgelgallerij is de volgende tekst aangebracht:
Dit orgel werd met dankbaarheid,
Eerbiedig aan U opgedragen.
O God des levens Uw geweid.
Laat onze dankstem U behagen.
Dat 't tot Uw eerdienst ijver wekke.
Lang Poortvliets kerk tot sieraad strekke."
De dispositie bestaat uit dertien registers, te weten:
1. Bourdon 16' discant
2. Prestant 8'
3. Holpijp 8'
4. Flûte travers 8' discant
5. Octaaf 4'
6. Fluit 4'
7. Quint 3'
8. Octaaf 2'
9. Woudfluit 2'
10. Sesquialter 2 st. discant
11. Carillon 3 st. discant
12. Mixtuur 3-5 st. bas/discant
13. Trompet 8' bas/discant
Tremulant
Klavieromvang: C-d'''. Aangehangen pedaal: C-f